De vrije jaren ’70 zijn voorbij en maken plaats voor de conservatieve
jaren ’80. Angst viert hoogtij. Angst voor de politiek, de maatschappij, de
liefde… Angst voor het tot dan toe onbekende aidsvirus. Alle personages moeten
omgaan met tegenslag en ziekte, maar hun aanpak is zo radicaal verschillend dat
ze elkaar kwijtraken.
Het werk is verontrustend, politiek, episch, uitermate grappig en bevat zoveel duizelingwekkende dialogen dat je als maker niet weet met welke scène je eerst aan de slag wil. (Domien Van der Meiren, regisseur)
Tony Kushner
portretteert in 1992 een stel dolende zielen die zich een weg door het leven
banen in het New York van de jaren ’80. Aids slaat wild om zich heen, de
Amerikanen hebben er twee termijnen Ronald Reagan opzitten, de heersende moraal
is drukkend, gaten in de ozonlaag bedreigen de mensheid en New York is een
immense religieuze smeltkroes.
Maar met Angels in America krijg je meer dan een sneetje geschiedenis op je boterham. Het stuk toont hoe je als mens elke vorm van crisis te lijf kan gaan. Fantasie en werkelijkheid lopen door elkaar heen. Hallucinaties, dromen en leugens wisselen elkaar in ijltempo af. Onderdrukte gevoelens en angsten krijgen in die schijnwereld, al dan niet aangemoedigd door een portie valium, een intense ontlading: Harper keert haar Joe de rug toe en Prior kiest resoluut voor het leven. Die vlucht uit de werkelijkheid stelt de auteur ook in staat om figuren bij elkaar te brengen die mekaar nooit tegen het lijf zouden lopen in die veel te grote stad in die veel te grote wereld.
In de figuur van Roy Cohn
koppelt de auteur bovendien het persoonlijke aan het politieke. Die omstreden
advocaat speelde tijdens de communistenvervolgingen door de FBI een dubieuze
rol. Ethel Rosenberg, één van zijn slachtoffers, neemt vanuit een parallel
universum wraak door Cohn op zijn sterfbed te tergen tot hij erbij neervalt. Roy
Cohn is de verpersoonlijking van een reactionair Amerika dat ten onder gaat aan
lafheid, egoïsme, hoogmoed, dubbelmoraal en persoonlijk gewin.
Cohn is echter niet de
enige personificatie van het kwaad. Zowat iedere figuur in dit stuk is ergens
verloren gelopen, niet in het minst de engelen en hun opperwezen. Totaal
incompetent, stuurloos en al even gefrustreerd als hun ondermaanse tegenhangers
gaan ze tekeer.
Dit is een verhaal
over hypocrisie, onvermogen en hoogmoed, maar vooral over de kracht van liefde,
vriendschap en verbeelding. De emoties kennen eb en vloed, gaan tot aan het
plafond en tot diep in de grond. De personages worstelen met zichzelf en met
elkaar.
In goede en kwade dagen, in ziekte en gezondheid, tot de dood ons
scheidt?
Ik ben een kind van de verlichting. Ik hecht aan wat Kant zegt. Ik geloof dat er een genetisch bepaald verlangen in mensen zit dat hen voortdurend beweegt de wereld te verbeteren. Maar ik denk niet dat vooruitgang en verbetering vanzelf gebeuren. Het is een politieke en morele verantwoordelijkheid die je als mens moet nemen. En het is ook een privilege. Hoop is realistisch, en wordt niet van boven op ons ‘ingestraald’. Voor hoop moet je hard werken. En het is nog harder werken om hoop te laten uitkomen. Vooral nu. (Tony Kushner, auteur)
5/05/2017 | UITVERKOCHT | |
6/05/2017 | UITVERKOCHT | |
7/05/2017 | UITVERKOCHT | |
8/05/2017 | UITVERKOCHT | |
12/05/2017 | UITVERKOCHT | |
13/05/2017 | UITVERKOCHT | |
14/05/2017 | UITVERKOCHT | |
15/05/2017 | UITVERKOCHT | |
18/05/2017 | UITVERKOCHT | |
19/05/2017 | UITVERKOCHT | |
20/05/2017 | UITVERKOCHT | |
21/05/2017 | UITVERKOCHT |